Rijtest Land Rover Defender

De harde kern was even in paniek bij het zien van de vernieuwde looks van de 2020 Defender. Alsof de rechte, harde lijnen van deze blokkendoos niet meer herkenbaar waren, het materiaal niet spartaans genoeg was en ze het bijna jammer leken te vinden dat je je nu vrij van rugklachten van A naar B kan verplaatsen.

Persoonlijk vind ik de New Defender erg goed gelukt. Het exterieur – mede door het materiaal gebruik – straalt ietwat ‘Playmobil’ uit maar is daarmee wel bij de tijd. Overigens pik je zijn gestalte nog steeds uit een line-up van offroaders. Het hoekige profiel, ronde lichtunits en de robuuste uitstraling verraden zijn iconische naam. De vorige generaties mogen dan meer hardcore lijken; deze 2.361 kg wegende SUV is nog steeds even allesoverheersend. En dat oer-gevoel roept hij ook bij je op tijdens het rijden: bij het instappen heb je een knietje nodig om je in de zetel te hijsen waaruit je alles kan overzien zo’n 1,5 meter boven het wegdek uit stekend. Geen drempel is te hoog, geen plas is te diep.

De parkeergarage bij de supermarkt kan echter wel een probleem worden. De Defender komt in twee maten: de 90 en de 110 die refereren naar het verleden toen de modellen kortweg vernoemd werden naar hoeveel inch de wielbasis telde. Nu komt dat niet meer overeen maar men is eraan gehecht geraakt laten we maar zeggen. De 110 is 43 hele centimeters langer dan zijn 4,30 meter lange broer. Geen grootheidswaan, gewoon even voor de zekerheid je afmetingen checken (er staat een spiekbriefje in het systeem voor je klaar) voordat je dapper doorrijdt. Tip: vergeet je daktent niet mee te rekenen als je die hebt.

Daarover gesproken; net als zijn voorganger is de vierwiel-aangedreven Land Rover van alle gemakken voorzien én uit te breiden met heel veel opties, om zo de echte avonturier in je naar boven te halen. Van dakdragers tot aan treeplanken, beschermplaten, een snorkel, lier en dus zelfs een heuse daktent. Ik hoor je denken: is hij wel écht gebouwd om offroad te gaan of is het uiterlijk vertoon? Hij mag dan misschien een beter zittend maatpak aangemeten hebben gekregen, van de gebaande paden afwijken zit hem nog steeds in de genen. Oké, er kwam een einde aan het ladderchassis-tijdperk maar de zelfdragende carrosserie heeft nog steeds aluminium plaatwerkdelen. De technische basis wordt overigens gelegd door de Discovery en Discovery Sport, maar bij de Defender ligt de focus uiteraard op de offroadcapaciteiten.

Maar dan natuurlijk de vraag: hoe rijdt ‘ie? Verrassend lekker eerlijk gezegd. Zoveel minder hard, stug en spartaans vooral. De auto waarvan je voorheen na een kwartier al een zere kont kreeg en elke conversatie in de auto aan dovemans oren gericht was, brengt je nu in alle comfort op verre bestemmingen. De echte luxe blijft uiteraard toebedeeld aan Range Rover maar zo wordt een roadtrip bijna een ontspannende autovakantie en voelt een safari avontuur als ‘glamping’. Het is een auto geworden die niet alleen in het terrein, maar ook eindelijk op de openbare weg het naar z’n zin heeft. En daar word jij dan ook weer gelukkig van; een win-win situatie noem ik het.

Land Rover biedt twee diesels aan om in te stappen. Ik rijd nu met de P400 First Edition die vooraan heeft gestaan met het uitdelen en is voorzien van een heerlijk klinkende, sportieve zes-in-lijn 3.0 liter benzinemotor, goed voor 400 pk. Tevens wacht belasting betalend Nederland met smart op de Defender P400e: een Plug-in Hybrid variant welke tevens de meest krachtige is. De nieuwe 2 liter benzinemotor (300 pk) en de elektromotor (143 pk) leveren samen een totaal vermogen van 404 pk. Uiteraard kan de Hybrid precies hetzelfde terrein aan als een benzine- of dieselvariant en heeft daarnaast dezelfde doorwaaddiepte. Het laden van de P400e PHEV kan in slechts 2 uur voor zo’n 80% bij een openbare laadpaal of in zeven uur via een stopcontact thuis. Sneller, efficiënter en stukken goedkoper! Een serieuze kandidaat om te overwegen dus.

De Land Rover Defender (P400e PHEV) is er vanaf € 82.016,-

 

Geen reacties mogelijk.